Tijdens mijn reis naar mijn droomdebuut neem ik soms de tijd voor een moment van bezinning. Ik stel mezelf dan essentiële levensvragen zodat ik bewuster de volgende stap kan nemen. En soms stel ik mezelf meer alledaagse vragen, zoals: Hoeveel woorden schrijf je op een dag en wanneer mag je jezelf een schrijver noemen?
Mijn zeer geachte goeroe Stephen King schreef dat wanneer je een schrijver wilt zijn of er een wilt worden je de hele dag moet schrijven, overal en altijd. Als je aan een manuscript werkt moet je 2.000 woorden per dag aanhouden. Iedere dag, overal en altijd. Voor beginners maakt hij een uitzondering en die mogen het aantal halveren. Je mag echter niet te vaak dagen vrijaf nemen. Geen vrije zondag en geen midweekje weg. Blijf in de flow van het schrijven.
Ik dacht meteen: Ja, als ik miljonair was en verder niet voor een inkomen hoefde te zorgen, niet hoefde te koken, te poetsen, de kinderen opvoeden en begeleiden met hun huiswerk: kortom als ik een man was en geen vrouw zou ik het ook kunnen.
Al die smoezen zag mijn grote vriend Stephen blijkbaar aan komen en hij vertelt dat hij dit woordenaantal ook al schreef voor zijn grote doorbraak en hij twee (miserabel betaalde) banen had en daarnaast nog kleine kinderen. Hij schreef altijd en overal. Tja, als je naar de top wilt, zul je moeten klimmen.
Is 2.000 woorden echt teveel? Ik heb het een tijdje gedaan en vond het een groot succes. Nou ja, een succes voor mij. Ik leefde er helemaal van op. De kinderen waren de friet behoorlijk zat en vonden drie dagen met dezelfde onderbroek net iets teveel van het ranzige, maar verder ging het best heel goed. Het is jammer dat ik allergisch ben voor stof dus ik hield het uiteindelijk niet vol en heb de poetslap weer opgepakt. Verder vond ik een leven zonder vrienden ook wel ietwat saai, maar desalnietteplus: het werkte wel. Mijn karakters bewogen en werden consistenter. Mijn weg naar mijn droomdebuut geraakte in een stroomversnelling en ik kan niet wachten om het moordende ritme weer op te pakken. Dat doe ik als de kinderen het huis uit zijn. Dan sluit ik me helemaal van alles af. Ik zit alleen nog met mijn man in m’n maag…
Mijn tweede vraag voor vandaag is: wanneer mag je jezelf een schrijver noemen? Ik doe het niet, ik noem mezelf geen schrijver. Ik heb dit blogje dat naast u, mijn kinderen en de buurvrouw door niemand wordt gelezen en ik heb een boekje dat 100 maal is verkocht (hoofdzakelijk aan mijzelf).
Ik voel me wel een schrijver. Ik doe het tenslotte de hele dag.
Maar wanneer ben je een schrijver? Als je er niets meer naast hoeft te doen? Als je een bestseller hebt geschreven? Als je die 2000 woorden haalt? Ik heb geen idee. Ik denk dat iedereen dat antwoord voor zichzelf mag invullen. U mag me noemen zoals u wilt. Ik luister overal naar. We zijn in dit blogje tenslotte gezellig onder ons. Zie ik u morgen weer?
Ook als je niet de antwoorden vindt op de vragen die je hebt, kun je gewoon verder gaan. En dat doe ik. Ik schrijf, overal en altijd. Tot morgen!
Dit ben ik met een potje in mijn hand. Tja,…
Verbeeld mij in dat heerlijke kleine van je, als op school met mijn neus dicht boven woorden die ik hongerig naar binnen werkte. Nienke, groot in elk spannende detail. Mijn blik bleef staan en dacht een oude liefde te zien: Haar naam is Helen en jij Nienke die zo mooi schrijft. Bedankt Antonio
Dank je voor dit bloemrijke compliment
Ik houd het bij 1000 woorden per dag en noem me wel een schrijver ofwel: auteur.