Als beginnend schrijver moet je het jezelf niet te moeilijk maken, het Nederlands op zich is al moeilijk genoeg. Vloeiende zinnen maken is helemaal niet zo eenvoudig als het lijkt om nog maar te zwijgen van alle grammaticale regels die men heeft verzonnen sinds ik de middelbare school heb verlaten. Dan kun je beter een onderwerp kiezen waar je veel over weet.
Deze wijsheid heb ik helaas door schade en schande geleerd. Op het moment dat ik nog niet eens wist hoe ik iemand op een natuurlijke manier kon beschrijven – laat staan kon laten bewegen – wilde ik mijn hoofdfiguur naar Mars brengen. Nu weet ik daar helemaal niets van. Ik weet de volgorde van de planeten niet, noch de afstand, of de grootte: echt helemaal niets. Dit was dus niet zo’n goed idee. Door een dergelijk detail laat ik me (helaas) niet weerhouden en ik deed mijn research. Als historica ben ik daar best goed in, al zeg ik het zelf. Ik maakte en lijstje van alle leuke details die ik erin wilde verwerken en plots was de Rode Planeet een ijskoude, zoute planeet waar het onmogelijk was om gewoon te ademen. In mijn Science Fiction verhaal loste ik die problemen in een handomdraai op. Alhoewel mijn feiten klopten, had ik de sfeer niet goed te pakken. Ik had de herkenbaarheid over wat men weet over Mars niet getroffen.
Dat kon ik beter. Ik ging naar mijn eigen roots: De Oudheid en ik schreef een kinderverhaal over het Oude Egypte. Hoe wilde ik dat verhaal gaan vertellen? Ik dacht terug aan mijn eigen jeugd en wat ik toen leuk vond te lezen over dit onderwerp. En nu komt Asterix om de hoek kijken. Deze strip werd aanvankelijk geschreven met behulp van gerenommeerde professoren. De schrijvers verzonnen vier lagen om het verhaal leuk te houden. Het eerste niveau is het kinderverhaal: Asterix en Obelix beleven een spannend avontuur dat voor kinderen, die alleen plaatjes kunnen kijken, zeer vermakelijk is. Het tweede niveau ligt daar net boven: wat iedereen weet over het oude Egypte, wordt hierin verwerkt. Dat zijn de piramides, de farao maar ook de hitte van de woestijn en de rivier de Nijl. Het derde niveau is al aanzienlijk zwaarder: dit is voor de Egypte-liefhebber die weet hoe de handel verliep en in welke goden ze geloofden. Het vierde niveau is het academische niveau waar de nieuwste theorieën worden behandeld en vaak scherpe kritiek op hedendaagse situaties wordt gegeven. En het is de kunst om deze vier niveaus in je verhaal te verwerken zonder dat je doelgroep dit merkt. Het moet dus voor iedereen een leuk verhaal zijn. Als kind moet je niet steeds denken, waar gaat dit over en als academicus moet je denken: alle feiten kloppen en er wordt zelfs een nieuwe theorie behandeld.
Hoe ging ik te werk?
- Ik verzon een spannend verhaal;
- Niveau bepalen. Kinderen van 12 hebben eenmaal de Egyptische Oudheid op school behandeld en weten dan wat een Farao is, wie Cleopatra is, dat er een rivier is die de Nijl heet en dat die overstroomt en slib achterlaat, dat het land van de landbouw leefde en de boeren werkten voor de Farao. etc. Daar maakte ik een lijstje van en schoof ze in mijn verhaal;
- Ik voegde kennis toe die in de zone van de naaste ontwikkeling ligt. Dus een soort springplank vanaf de kennis die ze al hebben. Je plakt er een laagje bovenop. Mijn verhaal ging over een meisje dat schrijfster was voor de tempel en daardoor kon ik mooi vertellen hoe de economie rond de tempel in zijn werk ging en hoe bijvoorbeeld mummies werden geprepareerd en beschilderd met oa teksten;
- Kennis die ze niet kunnen weten. Tekst van Herodotus; opgraving van een bepaalde mummie; boeren die moesten werken aan de piramide werden goed verzorgd en hadden een tandarts en hoefden maar 8 uur te werken. Dus theorieën die nieuw zijn verweven met gedetailleerde kennis. De link met het heden heb ik weggelaten op een kleine hint naar het feminisme na.
Om het geheel af te maken voegde ik een raadsel toe: Wie is het jonge meisje dat de Vallei der Koningen komt bezoeken? Ze spreekt veel talen(4), heeft een kromme neus(3), is de dochter van de Farao(2) en ze heet Cleopatra(1). Nu is het de kunst om de niveaus 3 en 4 te verwerken zonder dat het een geschiedenisles wordt. Het eerste niveau is dus leidend samen met de setting die het tweede niveau biedt. Iedereen moet het kunnen lezen. Met niveau 4 moet je dus spaarzaam omgaan en niveau 3 heb ik als aankleding voor bepaalde scènes gebruikt. Je hoeft niet alle niveaus te gebruiken, maar als je je bewust bent van wat je doet, kun je er meer mee spelen.
Zo ga ik dus te werk. Ik denk dat ik maar eens aan de slag moet.
dat doe je goed!!
Klinkt gedegen. Inspirerend dat je dit deelt.
ik heb dit ooit gelezen dat Asterix deze vierdeling aanhoudt maar ik heb later gezocht en gezocht naar een link maar kan het artikel nergens meer vinden. Dat is jammer want er stond nog veel meer wijsheid in en dit is dus mijn interpretatie van een bestaande maar helaas verlorengegane theorie.