Helpt u me even?

img_12821

Helpt u me even om de nevel in mijn hoofd te doen opklaren? Ik hink namelijk op een heleboel gedachtes tegelijkertijd. Waarschijnlijk heeft u zelf ook wel eens op een kruispunt gestaan in uw leven, waarop u een moment stil bleef staan om goed na te denken in welke richting u uw weg zou gaan vervolgen.

Ik sta momenteel op een zevensprong en als ik één weg elimineer komen er – zoals in de sage van driekoppige draak – drie nieuwe wegen bij. Minstens.

Wat is het probleem? Als u een moment heeft, zou ik dat graag samen met u willen ontrafelen. Mijn weg naar mijn droomdebuut kent vele hobbels en een daarvan – en het is geen geringe moet ik schoorvoetend toegeven – is het gebrek aan kwaliteit van mijn manuscript. NIET LACHEN! En omdat ik nog steeds de nieuwe Hella Haasse wil worden zal ik toch iets moeten ondernemen. Ik heb het meest logische gedaan wat een mens kan doen namelijk: ik heb mijn schrijfpen in de wilgen gegooid en ik ben gaan Netflixen. Heerlijk vegeterend zag ik allerlei series die speelden met de chronologie van de verhaallijn. Heel verhelderend vond ik dit: Als je idee voor een verhaal goed is moet je alleen nog de juiste manier vinden om het te vertellen. So far so good.

Heeft u dat ook wel eens: dat als je op een probleem stuit die je niet eens wist dat je had en je hebt het onderkend, dat je dan ineens overal antwoorden zag? Nu ik zag twee hele verschillende en daar zit nu mijn dilemma en daarvoor heb ik uw hulp nodig. Ik lees momenteel twee verhalen (beide boeken heb ik nog niet uit) en kreeg twee hele legitieme antwoorden op mijn vraag: Hier en hoe nu verder?

Gisteren vertelde ik u al over een geweldig boek dat ik aan het lezen ben: De dode kamer, van Bronja Hoffschlag. De beginzin van haar boek luidt: Vandaag ben ik weer bij Misha op bezoek geweest. Deze zin geeft een kruispunt aan: De hp is er vandaag en als lezer kan ik verwachten dat ik te horen/ lezen krijg dat ik vaker op bezoek zal gaan. Tevens geeft deze zin aan dat ik er in het verleden ook al ben geweest. De woorden ‘Op bezoek’ geven het weerzien iets formeels, dus mijn interesse als lezer is gewekt. Het knappe aan dit verhaal is dat zij in verschillende tijden in het verleden springt waardoor er in het hoofd van de lezer een tijdlijn ontstaat. In het derde deel gooit ze de verhaallijn om maar de tijdlijn blijft het geraamte voor het verhaal. Ik had zoiets nog nooit gezien. Deze schrijfster heeft als uitgangspunt dat zij in eerste instantie voor zichzelf schrijft. Zij is de selfpubber pur sang. Uitgevers willen haar graag binnenharken maar zij verkiest haar autonomie zodat zij kan schrijven wat zij wil. Nu heeft ze makkelijk praten met al die kwaliteiten van d’r…

Het tweede boek dat ik lees is het literaire debuut Het is maar bloed van Jerry Hormone (net als Hoffschlag woonachtig in Rotterdam) en is met zijn minimalistische schrijfstijl en breedsprakige interviews een opmerkelijke nieuwe vis in de literaire vijver van ons kikkerland. Ook hij werkt veel met flash backs die hij (net als Hoffschlag) gebruikt om inzicht te geven in levenslange relaties. Hier vond ik het knap dat hij met zo weinig woorden de situatie zo goed kon omschrijven terwijl ik bij Hoffschlag juist het tegenovergestelde had: hoe kan iemand zoveel pagina’s zo ongelofelijk blijven boeien? Ook hun uitgangspunten waarom ze schrijven ligt mijlenver uit elkaar: Hormone zegt in een interview: ‘Masturberen doe ik voor mezelf; als ik schrijf doe ik dat voor een publiek.’ Hij schrijft dus om gelezen te worden, terwijl Hoffschlag het in eerste instantie voor zichzelf doet.

En hier zit ik vast: ik schrijf ook om gelezen te worden maar dat intrinsieke van het schrijven is volgens mij een weg die ik eerst moet doorlopen- of doorworstelen. Dus om in de woorden van Hormone te spreken: ik moet eerst aan mezelf werken voor ik een publiek kan boeien. Dus wat Hormone zegt en wat Hoffschlag voelt.

Makes dat een beetje sense?

11146275_967159309969663_4624389532093819810_n

18c reacties

  1. Ben ik autonoom als *schilder/schrijver en op die wijze boeiend genoeg, of moet ik naar de markt schilderen om mijn bestaan als *schilder/schrijver legitiem te houden.
    *doorhalen wat niet van toepassing is.

    Het blijven dezelfde soort vragen. Maar waar ik wel achter ben gekomen is het feit dat hoe dichter je bij jezelf blijft, hoe boeiender; maar ’t moet wel inhoud hebben.

    Als ik dat naar jou draai…. hoe boeiend ben jij van jezelf en hoe vertaal je dat naar je publiek.
    Maar meer nog en wat mij boeit is jouw opmerking dat je meent aan jezelf te moeten werken….. om boeiend te zijn….. en dat klinkt dan weer helemaal niet autonoom.

    Misschien wat minder determineren en juist versmallen naar de kern… want dat ben jij. En volgens mij ben jij heel boeiend…. ik ben nog steeds benieuwd naar de reis van die vogels….

  2. Nienke, ik kan je niet adviseren, omdat ik niet eens durf te beginnen met een boek, maar ik ben wel behoorlijk belezen en kritisch. Soms denk ik hoe durf ik kritiek te hebben, want je kunt het zelf niet beter, maar als lezer mag ik eisen stellen.
    Ik denk dat ik het meest voor Bronja voel. In die zin, dat je in eerste instantie je lezerspubliek buiten beschouwing moet laten en zo schrijven dat jij het goed vindt. Jij leest en recenseert en weet dus wat je goed vindt. Je bent ook een onderdeel en representant van een lezerspubliek. Misschien dat je kunt proberen om voor mensen als jezelf te schrijven. Lees je boek alsof je hem net in de winkel gekocht hebt en probeer zo objectief mogelijk te lezen. Lees je dan door of zou jij het aan de kant leggen. Wanneer zou je het wel zelf willen lezen? Hoe zou je het voor jezelf aantrekkelijker maken. Ik denk dat er geen vast voorschrift is ‘wat werkt en wat niet werkt’. Soms vraagt een boek om een bepaalde chronologische werkwijze, de andere keer zou het vertragend werken.
    Laat eerst je eigen oordeel eens spreken en als je erachter komt wat er ontbreekt, spanning, diepgang, kun je daar naar opzoek gaan. Is het gewoon goed, dan moet je vooral niet veel veranderen en gewoon zelf publiceren.
    Ik hoop dat je hier wat aan hebt.

    1. Volgens mij heeft het te maken met de lat die je voor jezelf legt. Die lat wordt ook door uitgevers gelegd. Ik vind dat prettig maar in selfpub hoeft dat niet: dat kan heel goed uitpakken maar er is gevaar dat middelmatigheid de markt overspoelt

      1. Als je een goede uitgever hebt, legt hij die lat op een hoog niveau, tenminste dat zou zo moeten zijn. Vaak echter speelt ook gewoon de zakelijke kant mee. Kan de uitgever van jouw boek leven. Dat kan als je al naam hebt gemaakt en dat hoeft helemaal niet met schrijven te zijn. Of als je thema een groot bereik heeft.
        Jij wilt in een genre schrijven, waar volgens mij in Nederland niet zoveel ruimte voor is en vooral wordt opgevuld door buitenlandse schrijvers. Dat is harde concurrentie. Als je gaat schrijven over het plattelandsleven in Groningen in de vijftiger jaren, dan is er niet zoveel buitenlandse inbreng en hoef je alleen maar te concurreren met andere Groningers met schrijfambities.
        Ik ben het wel eens met je dat een selfpub kan leiden tot middelmatigheid, maar dan merk je dat vanzelf, want dan bereik je er niemand mee. Het kan ook een mogelijkheid zijn om aan uitgevers te laten zien dat je wel interessant bent. Het ergste van selfpubben is volgens mij dat je dan ook al die marketing en zakelijke kwaliteiten moet hebben.
        Nienke, als je nu eens een paar veren in je gat steekt en op een podium gaat staan, dan zit je misschien zo bij Matthijs en vertel je over je drijfveren en je vogels en over het geweldige manuscript dat je hebt liggen.

  3. Ik zie net de reactie van Riann en ik ben het met haar eens. Volgens mij is je eigen authenticiteit belangrijker dan een bestseller waar jezelf absoluut niet blij van wordt.

    1. Soms zitten schrijvers zo in hun eigen ik dat het manuscript bijna niet leesbaar is voor een ander: dat is het andere uiterste. Ik wil graag gelezen worden daar weet ik zeker; ik moet hiervoor nog beter worden- vind ik zelf. Nu naar een oplossing werken: of moet ik een tussenoplossing kiezen in de vorm van een kort verhaal en daarin experimenteren in zaken waar ik n ook goed beter in moet worden?

      1. Waarom niet allebei? Aan je boek werken en korte verhalen schrijven? Ik merk dat ik veel ervaring opdoe met kort en bondig schrijven door korte verhalen te schrijven. Door het woordlimiet moet ik mijzelf dwingen situaties en beschrijvingen in weinig woorden te vertellen, ik denk dat dat ook voor boeken positief kan werken. Blijf bezig waarmee dan ook, sta niet stil. Werkt het ene niet, begin dan aan iets anders. Even je focus verleggen kan ook verhelderend werken. Maar dat doe je al met je blog volgens mij en die vind ik erg prettig lezen, dus over die schrijfstijl hoef jij je geen zorgen te maken. Je schrijfsels zijn zeker geschikt voor een groter publiek.

  4. Beide visies zijn geldig. Persoonlijk doe ik dit:
    1: Wat wil ik schrijven?
    en dat doe ik.
    vervolgens doe.ik een:
    2: hoe kan ik dit leesbaar en genietbaar maken voor een groter publiek?

    net als sex (om bij die vergelijking te blijven) kan schrijven een combinatie zijn van tegelijkertijd geven EN genieten.
    kern: loslaten. niet teveel denken. luisteren naar jezelf EN anderen. EN doen wat fijn voelt. Vingers in de pap meer dan een spagaat. 🙂

  5. Aan jezelf werken vind ik niet in tegenspraak met jezelf zijn. Juist het aan jezelf werken kan de kern zijn van een boeiend verhaal. De verhalen die ik van je heb gelezen zijn geschikt voor publiek. Ze leveren een frisse zienswijze.

Laat een reactie achter bij Annette Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *