Wie het kleine niet eert is het grote niet weerd. En zo is het. Tijdens mijn reis naar mijn droomdebuut heb ik een kleine vis gevangen. Wel een hele lekkere en geniet met volle teugen.
Nu ik niet meer meedoe aan schrijfwedstrijden, mis ik de deadlines en euforie van het winnen. Er is alleen mijn computer, mijn verhaal en ik. Samen toeren we door mijn fantasie en volbrengen een spannende tocht, vol met gevechten. Geen lichamelijk geweld of zo, nee, ik vecht tegen mezelf, tegen mijn kunnen en mijn falen. Een mooi verhaal schrijven dat mensen daadwerkelijk willen lezen, is nog niet eens zo eenvoudig.
Het verhaal over mijn vette achterste ging er gelukkig in als zoete koek en misschien is het een idee om iedere week een lichaamsdeel van mij dat flubbert in detail aan u te beschrijven. Ik heb er tenslotte genoeg. De reis van ouder worden is een hele interessante. Zo las ik gisteren in een heel vermakelijk boek dat bij mannen de neusharen tijdens het ouder worden een ware transformatie ondergaan. De zachte haartjes die ooit ternauwernood een flinke klodder konden tegenhouden worden na het vijftigste levensjaar een ondoordringbaar oerwoud van lianen. Dat wist ik niet. Ik weet niet of ik blij ben dat ik het weet, maar nu deze kennis eenmaal mijn hersens is binnengedrongen, zal ik het nooit meer vergeten. Ik zal voortaan uw zwarte gaten nauwlettend in de gaten houden.
Nu ik uw gedachten heb volgespoten met het groene levensvocht, wens ik u nog een fijne dag. Doe maar een sjaal om want het is best fris en ik zou niet willen dat u verkouden wordt. Hatsjie.
Zolang de lianen binnenboord blijven is het zo erg nog niet, maar ja…