Willem Elsschot

Willem Elsschot

Debutantenschrijfwedstrijd / De beste verhalen door Editio


Willem Elsschot. Dit is een fictieve brief die de vrouw van Elsschot schreef op de dag van zijn begrafenis.

Lieve Willem,

Je bent dood. Eindelijk
Mijn hemel, wat heb ik je soms gehaat.
Had je niet wat eerder de pijp uit kunnen gaan?
Nu ben ik oud en lelijk.
Mijn derde onderkin is allang geen geheim meer tussen mij en de spiegel.
Ik was je altijd trouw. En nu ben je dood en wil geen kerel me meer.
Die trouw aan jou; het heeft me niks gebracht.
Jij had anderen.
Meer dan ik tellen kon. Meer dan ik weten wou.
Ik hield ooit van je en jij van mij.
Je vond me mooi.
Je zei: ‘Fine, jouw schoonheid behoeft geen gedicht. Je ogen stralen als een metafoor en je lippen kussen als een liefdesstrofe.’
Wat zei je tegen haar? Kuste je haar hals als die van mij?
Zei je: Liane, ik bewonder je omdat je geen grijze huismus bent zoals mijn Fine en ik deel het bed met je omdat je borsten pront zijn als die van een jonge deerne.’
Opende ze haar lendenen voor jouw genot, zoals ik dat gewillig deed in onze eerste huwelijksjaren?
Hield je van haar, zoals je eens van mij hebt gedaan?
Je werd bewonderd.
Een groot schrijver en een gevoelig dichter, dat was je.
Iedereen bewonderde je. De wereld lag aan je voeten.
Niemand beschreef het leven zoals jij.
Geen schrijver kon in je schaduw staan, vond woorden waar jij ze zocht.
Oorlogen brachten verschrikkingen, maar ons huwelijk was het die je ziel heeft gedood.
Je hield van ons, van je gezin.
Nog meer hield je van het ontsnappen aan ons.
Je zocht naar kunst en schoonheid en je vond het in het bed van talloze vrouwen.
Hoe liep ik naar de Kerk op zondag?
Zonder jou, mijn atheïst.
Hoe sprak ik met mijn vader?
Na jouw gedicht over die verdomde communist.
Hoe liep ik naar de bakker?
Met de schaamte in mijn hart over jouw overspel.
Hoe ging ik naar mijn bed?
Samen met jou, wetend hoe je over ons liefdeloze huwelijk dacht.
Ik heb van je geleerd.
Ik luisterde en las al je kattenbellen.
Duizenden ideeën slingerden rond in ons lege huis.
Ik schreef je verzen over en bewaarde ze in mijn hart.
Miljoenen verhalen had je nog kunnen schrijven.
Als de tijd je was gegund.
Je hart heeft het begeven en je pen is voor altijd stil.
Je bent niet meer. Je as wordt volgende week verstrooid.
Ik zal bij je zijn.
Die laatste tocht maak je niet alleen.
Je wist het niet; je zag het niet.
Maar ik was altijd aan je zij.
Je bent nu dood en, voor het eerst sinds jaren, helemaal van mij.
Het leven stroomt nu weg uit mij.
Zonder jou geen reden tot bestaan.
Ik hou van jou, mijn Willem.
Verder zeg ik niks. Je hield niet van te veel woorden.
Liefde zit in een enkel gebaar.
Het mijne bestaat uit doodgaan. Samen met jou.

Liefs,
Je Fine